Kinderen en kleinkinderen
Georgij Diemers (genannt Lüchters) en Anna Margaretha Hövelmann
kregen, zoals eerder gemeld, drie zonen en twee dochters. Allen geboren en wonende in Niederbergheim en gedoopt in de ‘St Johannes Baptist’ in Allagen. In hun doopakten staan zij allen vermeld met als achternaam de huisnaam
..................................Lüchters/Leuchters.
1) Margaretha Elisabeth Lüchters (1718)
2) Johannes Theodorus (Dirk) Lüchters (1721)
3) Anna Maria Lüchters (1724)
4) Johannes Franciscus Lüchters (1727)
5) Franciscus Otto Leuchters (1731)
2) Johannes Theodorus (Dirk) Lüchters (1721)
Johannes Theodorus, de oudste zoon, trouwt in 1750 op 29 jarige leeftijd met Anna Margaretha Gosleken (Gosselcken). Zij is afkomstig uit Delecke, kerkgemeente Körbecke. Het huwelijk is in twee trouwregisters terug te vinden. In Körbecke wordt op 4 mei 1750 in het trouwregister vastgelegd, dat Anna Margaretha ontslagen is van de verplichting om in eigen parochie te trouwen. Het huwelijk heeft dan al plaatsgevonden op 28 april in Allagen, de parochie van Johannes Theodorus.Zij krijgen drie zonen en twee dochters. Het is geen gelukkig begin voor het gezin. Het eerste kind Maria Gertrudis, geboren in 1750, overlijdt al na 7 maanden. Het tweede kind, zoon Jois Wilhelmus Heinricus, geboren in 1752, is vermoedelijk ook op jonge leeftijd gestorven. Want in 1761 wordt zoon Johannes Wilhelm geboren. Zijn doopnamen komen sterk overeen met die van zijn oudere broer. Het gebeurde nogal eens, dat de doopnamen nogmaals gebruikt werden na het overlijden van een eerder kind.
Herstel,.... hoewel het nogmaals gebruiken van dezelfde doopnamen binnen een gezin na het overlijden van een oudere broer of zus geregeld voorkomt, blijkt dit niet het geval te zijn bij Jois Wilhelmus Heinricus (roepnaam Heinricy/Heinricus) en blijkt hij toch niet jong overleden te zijn. Zijn naam kwam ik alsnog tegen, via een tip van een Duitse genealoge, in het trouwboek van de St.Gervasius und Protasius kerk in Altenrüthen. Daar trouwt hij als Henricy Löchters, ex Niederbergheim, in 1777 met Anna Maria Til(l)man. Het echtpaar is woonachtig in Menzel, behorende tot het kerkdorp Altenrüthen, ongeveer 10km noordoostenlijk van Niederbergheim. Ze kregen vier kinderen. In het doopboek van Altenrüthen droegen de twee oudste kinderen de achternaam 'Löchter'. De twee jongste kinderen droegen de achternaam 'Diemel'. Daarmee kon de link met de Diemel-familie, genannt Lüchter/Löchter uit Niederbergheim snel gemaakt worden. Het is zeer aannemelijk dat Henricy Löchter (later Diemel) uit Menzel, dezelfde persoon is als Jois Wilhelmus Heinricus Diemel, genannt Lüchter/Löchter,uit Niederbergheim. Met andere woorden de oudste broer van Gaudentius! Tot op de dag van vandaag zijn er nog nazaten van Henricy/Heinrich terug te vinden in Menzel, Meiste en omgeving. Een nieuw tak kan worden toegevoegd aan de Diemelstamboom!
Gaudentius, waarvan de de achternaam gespeld is als 'Diemers' (zie fragment uit zijn doopakte in de bovenbalk), werd geboren als derde kind in 1755 en is één van de vier Hollandgangers uit Niederbergheim. Van dochter Maria Elisabeth is niet meer bekend dan haar doopnaam en haar doopdatum in 1758. Tenslotte de eerder genoemde Johannes Wilhelm (roepnaam Willem) uit 1761. Hij sluit de rij en behoort naar alle waarschijnlijkheid eveneens tot de groep Hollandgangers uit Niederbergheim.Ook verder leed bleef dit jonge gezin niet gespaard, want vader Johannes Theodorus overleed al in 1765 op 44 jarige leeftijd. Moeder Anna Margaretha bleef achter met vier jonge kinderen. Gaudentius was pas 10 jaar.
Het is niet bekend of Johannes Theodorus ook kleermaker van beroep is geweest. Maar het is zeker niet ondenkbaar, dat hij dit beroep heeft uitgeoefend. Vroeger was het heel gebruikelijk dat het beroep van vader op zoon werd overgedragen. In dat geval heeft het kleermakersvak in minstens één tak van onze stamboom maar liefst 8 generaties, van 1717 tot 1959, stand gehouden.
Tenslotte blijkt uit het lidmaatschaplijst van St.Johannes Schützenbruderschaft uit Niederbergheim, opgericht in 1749, dat hij vanaf 1754 tot aan zijn dood in 1765 lid is geweest van deze schutterijvereniging.
Van oorsprong was de schutterij een soort burgerwacht, opgericht in de Middeleeuwen, om stad of dorp te 'schutten', te beschermen tegen een aanval en om de orde te handhaven bij oproer of brand. Echter in de loop der tijden verloren de schuterijen door de opkomst van de grote legers hun 'militaire' karakter. Halverwege de 18de eeuw zijn de schutterijverenigingen meer gericht op het bevorderen van de gemeenschapszin in dorp of stad door het organiseren van feestelijke gebeurtenissen. Er is een sterke binding met de kerk. De schutterijverenigingen droegen meestal de naam van een patroonheilige. Ter ere van hun patroonheilige werd eens per jaar de jaarmis gehouden voor hun overleden schutters. Op deze naamdag volgde dan na de mis, de processie naar het kerkhof en een schuttersmaaltijd, het vogelschieten op het toernooiveld (versierde houten vogel boven op een paal). Het koningsschot leverde dan de nieuwe schutterskoning op, waarna het gerstenat tot in de late uurtjes rijkelijk vloeide.
Dit beeld zal in de tijd van Johannes Theodorus bij de St.Johannes Schützenbruder-
schaft niet anders zijn geweest.